Geschiedenis
De geschiedenis van Enumatil gaat nog verder terug. De eerste "til van Enema" is rond 1445 gebouwd. Via de bruggen bij Leegkerk en Enumatilliep de hoofdweg van de stad Groningen naar West-Vredewold en Friesland, De postkoets naar Lemmertrok via Enumatil. Voor 1600 bereikte men Hoogkerkvanuit Groningen via de verbrede Hoensloot, verder liep de waterroute langs de Poffert, de Munnikesloot, het Leekstermeer, het Lettelberterdiep en het Emetilsterdiep tot de Bril en vervolgens door het Niekerkerdiep.
Het verlengde van dit laatste diep is nu een onbetekenende sloot met de naam Colonelsdiep, genoemd naar Kolonel Caspar de Robles, Spaans stadhouder van 1573 tot 1576. In 1616 pas werd het gedeelte van het Hoendiep tussen de Poffert en Enumatil gegraven.
Over de Spaanse tijd schreef A.M. Venema, schoolonderwijzer te Enumatil in 1828:
' In de Spaanse oorlog is er een schans geweest te Enumatil, genaamd de Opslag. De heer van Nienoord, Wigbold van Ewsum, heeft omstreeks 1572 die schans gemaakt, teneinde zijn zout-keeten die hij er had te beveiligen tegen vrijbuiters."
Helaas haalt Venema een paar namen door elkaar. Volgens Dr. G. Overdiep1 bevond de Opslag zich in de buurt van Niezijl. De zoutketen stonden waarschijnlijk in Zoutkamp. In 1590 bemachtigden de Spanjaarden de schans van Enumatil. Overdiep verhaalt uitvoerig hoe Graaf Willem Lodewijk de Schans herovert: " Terwijl Verdugo uit diens gouvernement afwezig is, laat Wilem Lodewijk allereerst op 19 maart de schans Enumatil aanvallen, waarlangs dagelijks door het Hoendiep smokkelschepen (lorrendraayers ) met waren uit Friesland naar Groningen varen. Een met een mastkorf uitgerust schip van oorlog onder leiding van hopman Gerrit Cornelisz Schay vaart dicht onder de schans door, hetgeen het garnizoen van 27 man toelaat, omdat men denkt dat het een smokkelschip is. Schay vaart tegen de wal en zijn soldaten schieten vanuit het schip en uit de mastkorf in de schans. Hopman Michel Hogelcke, een Lubecker, die in de schans Niezijl het bevel voert, valt dan vanuit het westen de schans aan en verovert deze.Hiermee was de strijd rond Enumatil echter niet afgelopen.
Op 15 juni van het volgend jaar wordt de door Willem Lodewijk versterkte schans door Verdugo heroverd. Verdugo verhoogt en verbreedt de wallen en verbreedt ook de gracht; niettemin slaagt het leger van prins Maurits er op l juli 1591 in, wederom de schans in Hollandse handen te brengen. Toen uiteindelijk in 1594 Groningen van de Spanjaarden werd verlost, was de schans veranderd in een aardhoop, en van Enumatil was weinig meer over.
80 jaar later, tijdens het beleg van Groningen door de bisschop van Munster, "Bommen Berend",moest Enumatil weer het nodige doorstaan. Ter verdediging van de stad had Rabenhaupt grote gedeelten van de landerijen rondom Groningen onder water laten zetten. De Munstersen hadden zich in Nienoord verschanst en hielden vandaaruit strooptochten. Boeren, door Rabenhaupt opgeroepen voor de verdediging van de stad, moesten strategisch gelegen bruggen, waaronder die van Enumatil, bewaken. Op 13 juli 1672 werd door 2000 man van Bommen Berend een aanval op de brug van Enumatil ingezet. De verdedigers waren machteloos tegen deze overmacht en namen de vlucht naar de stad.
Veel later is rondom de herbouwde brug langzamerhand weer een dorp ontstaan, in 1744 telde het dorp nog slechts 14 huizen. In de negentiende eeuw kende het dorp zijn grootste bloeiperiode, dankzij de kruising van een belangrijke vaarweg met een weg over land. Het dorp had een uitgebreide middenstand, en vier molens lieten er hun wieken draaien. Alleen de korenmolen "Ebenhaezer", na een verwoestende brand herbouwd in 1907, en in 1966 volledig gerestaureerd, is weer maalvaardig. Veel meer over deze en alle ander molens in Enumatil staat in het artikel de molens van Enumatil.
Rondom Enumatil hebben de waterwegen altijd een belangrijke rol gespeeld. In het bekende boek van G.H. Ligterink2 vinden we o. a. vermeld dat het Wolddiep, dat bij Trimunt begint en bij Enumatil Matsloot heet, vroeger over Den Horn naar Schouwerzijl liep. In 1818 werd het uitgediept ten behoeve van het vervoer van turf uit de Traanster venen. Ook werd de loop toen veranderd. Voor die tijd kwam het water aan de noordkant van het dorp via een sluisje in het Hoendiep, vermoedelijk tussen de panden Molenpad 2 en Molenpad 4.
Ligterink legt ook uit hoe Enumatil aan zijn kIeibodem komt. duizenden jaren geleden lag op de plek van Enumatil het dal van de Oude Riet. dit Rietdal, dat later de grens tussen Langewold en Vredewold vormde, liep over Enumatil oostwaarts, boog dan bij Den Horn naar het noorden af langs de hoogte van Noord- en Zuidhorn. Nu nog is op de topografische kaart van de omgeving deze loop te herkennen aan de hand van sloten en hoogtelijnen.
In de rivierbedding zette zich klei af; het omringende land bestond uit veen. Later steeg de zeespiegel, zout water drong het dal binnen, en de Riet slibde dicht. Aan weerszijden van de dichtslibbende rivier is het veen later door inklinken flink gezakt, waardoor de "kleidijken" als ruggen boven de omgeving uitkwamen. Vandaar namen als "Dijkstreek" en "Westerdijk". Tijdens de aanleg van een diepriool in 1985 was in de Dorpsstraat te zien dat het dorp op een kleilaag van zeker 7 m ligt, met daaronder een veenlaag.